3 podcasttips voor wie denkt aan doorwerken na je pensioen

Veel mensen kijken uit naar hun pensioen als een periode van rust en ontspanning. Toch kiezen sommigen ervoor om actief te blijven in het werkende leven. Gedreven door passie, sociaal contact of simpelweg de behoefte aan een zinvolle dagbesteding. Twijfel jij of je wilt doorwerken na je pensioen? Laat je inspireren door deze drie podcasts  die ingaan op deze keuze en de ervaringen van  ‘doorwerkers’ belichten.

Warm aanbevolen door onze adviseur en trainer Astrid Kraal
  1. Slagter en Dresselhuys werken door!
    Waarom blijven sommige bekende Nederlanders werken, ook als het niet meer hoeft? Jan Slagter en Cisca Dresselhuys gaan in gesprek met artiesten, journalisten en bestuurders over hun drijfveren. De verhalen lopen uiteen: sommigen kunnen simpelweg geen afscheid nemen van hun vak, terwijl anderen hun ervaring graag inzetten om een jongere generatie te begeleiden. Hun gesprekken laten zien dat de keuze om te blijven werken vaak niet draait om financiële noodzaak, maar om persoonlijke vervulling.

    Luister als je: benieuwd bent waarom mensen kiezen voor doorwerken — en hoe ze dat vormgeven. Te beluisteren via platforms zoals NPO Luister en Spotify.

  2. Tweede Hans: de pensioenpodcast
    In de podcast Tweede Hans: de pensioenpodcast wordt besproken hoe mensen hun leven na het pensioen vormgeven. Hierin komen zowel de voordelen als nadelen van doorwerken aan bod. Voordelen kunnen zijn: een actieve levensstijl, het behouden van sociale contacten en het gevoel van eigenwaarde. Nadelen zijn er echter ook: minder vrije tijd, eventuele belasting door werkdruk en de mogelijkheid dat doorwerken fysieke of mentale uitdagingen met zich meebrengt.

    Luister als je: een afgewogen beeld wilt van wat doorwerken na pensioen betekent — inclusief de keerzijden. Te beluisteren via je favoriete podcastapp.

  3. Pensioen: geranium of gladiool?
    Voor wie twijfelt tussen de geraniums en een actieve rol in de maatschappij, biedt Pensioen: geranium of gladiool? boeiende inzichten. Hetty Bruls gaat in gesprek met mensen die hun pensioen op geheel eigen wijze beleven. Van vrijwilligerswerk tot betaalde functies, de variatie aan keuzes is groot en geeft een beeld van hoe divers de invulling van het pensioen kan zijn.

    Luister als je: wilt ontdekken hoe creatief en persoonlijk een pensioenfase kan zijn. Te vinden op Spotify en andere platforms.

Doorwerken na je pensioen: keuze uit vrijheid of noodzaak?

Een beschouwing door Josee Hoogenboom

In het derde kwartaal van 2023 verrichtten zo’n 236.000 pensioengerechtigden betaald werk op de Nederlandse arbeidsmarkt. Tien jaar eerder, in 2013, waren dat er nog 185.000. De stijging van 27,5 procent is opmerkelijk (Bron: CBS Hoeveel 67+ers werken nog) In een samenleving waar de vergrijzing toeneemt en de arbeidsmarkt steeds krapper wordt, wint het doorwerken na de pensioenleeftijd (veelal 67+) aan actualiteit. Steeds meer mensen kiezen ervoor – vrijwillig of uit noodzaak – om na hun officiële pensioen actief te blijven op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd worstelen werkgevers met hoe zij deze groep werknemers moeten benaderen. De beeldvorming rondom werken na pensioen is veelzijdig en weerspiegelt zowel kansen als zorgen.

Motieven van 67-plussers om te blijven werken.

We ontmoeten in onze Pensioen in Zicht cursussen regelmatig deelnemers die zich na hun pensioengerechtigde leeftijd weer verbinden aan een organisatie als werknemer. De beweegredenen daarvoor zijn uiteenlopend en vaak een combinatie van praktische en persoonlijke overwegingen.

Een belangrijke motivatie is zin- en betekenisgeving in de derde levensfase. Veel ouderen ervaren werken als een manier om structuur te behouden en actief bij te dragen aan de maatschappij. Ze geven aan dat ze “niet gemaakt zijn om stil te zitten” en het gevoel hebben dat ze “nog iets te bieden hebben.” Door te blijven werken, blijven ze betrokken en ervaren ze dat ze nog steeds van betekenis zijn.

Ook het sociale aspect wordt vaak genoemd. Werken biedt dagelijks contact met collega’s, cliënten of klanten, en helpt eenzaamheid tegen te gaan. Voor sommigen is de werkvloer zelfs hun belangrijkste sociale netwerk geworden: zonder het werk “zou ik bijna niemand meer zien,” merkt een alleenstaande vrouw op.

Verder geeft het werk ouderen de mogelijkheid om hun vakkennis over te dragen en te blijven leren. Ze ervaren trots als hun ervaring serieus wordt genomen, en vinden het motiverend om jongere collega’s te begeleiden.

Daarnaast speelt soms de financiële situatie. Niet iedereen heeft voldoende pensioen opgebouwd om comfortabel rond te komen. Voor sommigen biedt een paar dagen werk per week nét de extra ademruimte die nodig is om bijvoorbeeld onverwachte kosten op te vangen of een bescheiden buffer op te bouwen.

Tot slot speelt ook vrijheid een rol. Doordat zij financieel niet altijd volledig afhankelijk zijn van hun werk, kunnen veel 67-plussers kiezen wát ze doen en hoeveel. Sommigen zeggen dat het werk “leuker is geworden dan ooit, juist omdat het nu niet meer hoeft.”

Al deze motieven samen maken duidelijk dat doorwerken na de pensioenleeftijd voor velen geen noodzaak is, maar een weloverwogen keuze die bijdraagt aan hun welbevinden, identiteit en levensplezier.

Beeldvorming: van rustfase naar actieve bijdrage

Traditioneel werd de pensioengerechtigde leeftijd gezien als het einde van het werkzame leven, een verdiende rustfase na decennia arbeid. Die visie is de afgelopen jaren aan het kantelen. Deze trend is zichtbaar in onderzoeken van onder andere het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut), dat in 2021 aangaf dat ouderen zelf positiever zijn gaan denken over doorwerken, mits onder passende voorwaarden. Tegelijkertijd blijkt uit het UWV Arbeidsmarktonderzoek (2023) dat er nog hardnekkige vooroordelen bestaan, zoals de aanname dat oudere werknemers minder flexibel of minder digitaal vaardig zouden zijn. Er ontstaat een genuanceerder beeld: ouderen worden steeds vaker gezien als waardevolle, ervaren krachten die nog een actieve rol kunnen spelen in organisaties. De nadruk verschuift van ‘opgebruikt’ naar ‘ervaren’, van ‘kostenpost’ naar ‘mentorschap’. Toch leeft bij sommigen nog steeds het stereotype van de oudere werknemer als minder flexibel, minder digitaal vaardig en vatbaarder voor ziekte.

Werkgeversperspectief: waardering én aarzeling

Werkgevers erkennen steeds vaker de voordelen van oudere werknemers. Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (TNO/CBS, 2022) zien veel werkgevers in 67-plussers betrouwbare, ervaren krachten die een stabiele bijdrage leveren. De krachten van deze groep zijn onder meer de ervaring en vakkennis van oudere werknemers, opgebouwd over tientallen jaren waardoor zij in staat zijn om jongere collega’s te begeleiden of in te werken. Ook de loyaliteit en inzet is een factor Oudere medewerkers zijn vaak betrouwbaar en hebben een sterkere arbeidsethos. En daarnaast wordt de tijdelijke en flexibele inzetbaarheid als voordeel gezien. Voor tijdelijke pieken of parttimefuncties zijn zij vaak beschikbaar, wat goed aansluit op de behoefte aan flexibele schillen binnen organisaties.

De gemeente Lopik heeft onlangs een speciale wervingsactie opgezet gericht op gepensioneerden, wat resulteerde in de aanstelling van vijftien AOW-gerechtigde medewerkers. De gemeente was positief verrast door het aantal en de kwaliteit van de reacties. Dit initiatief toont aan dat ouderen een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de arbeidsmarkt en dat vooroordelen over oudere werknemers ongegrond zijn.

Tegelijkertijd zijn er ook aarzelingen. Werkgevers maken zich zorgen over fysieke belastbaarheid, mogelijke gezondheidsklachten en een (verondersteld) verminderde leerbereidheid bij ouderen. Volgens de Werkgeversenquête RegioPlus (2021) speelt ook onzekerheid over wet- en regelgeving rondom AOW-gerechtigde werknemers een rol. Ondanks aangepaste wetgeving (zoals de Wet werken na AOW-leeftijd), bestaat er bij werkgevers soms onduidelijkheid over rechten en plichten, wat tot aarzeling leidt.

Ondanks deze terughoudendheid groeit het besef dat 67-plussers kunnen bijdragen aan de continuïteit en kennisborging binnen organisaties, mits er ruimte is voor maatwerk en goede begeleiding.

Conclusie

Het aantal 67-plussers dat na de pensioengerechtigde leeftijd blijft doorwerken, groeit gestaag. Deze trend wordt gevoed door zowel persoonlijke als praktische motieven, zoals zingeving, sociale contacten, kennisoverdracht, financiële overwegingen en keuzevrijheid. Tegelijkertijd verschuift het beeld van pensioen als rustfase naar een fase van actieve maatschappelijke bijdrage. Werkgevers erkennen steeds vaker de waarde van oudere werknemers, al bestaan er nog hardnekkige vooroordelen en praktische onzekerheden. Met passende voorwaarden, maatwerk en goede begeleiding kan deze groeiende groep een waardevolle rol blijven spelen op de krappe arbeidsmarkt. Als werkgevers ruimte bieden voor maatwerk en begeleiding, ligt hier een kans: om ervaring te behouden, generaties te verbinden en de krappe arbeidsmarkt toekomstbestendiger te maken.

“Ik mocht meelopen op een kruispunt in hun leven”

Frans Hoeke over pensioen als transitie, oude dromen wakker kussen en nieuwsgierigheid als zuurstof

Na bijna dertig jaar bij Stavoor is Pensioen in Zicht-trainer Frans Hoeke nog steeds gefascineerd door ‘de derde levensfase’ als transitieproces. Binnenkort is hij zelf aan de beurt en bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd. Niet als eindpunt, maar als een logische volgende etappe in een leven dat hij graag actief en betrokken blijft invullen

In aanloop naar zijn eigen pensioen spreken we Frans kort na een vijfdaagse Pensioen in Zicht-training. Deze vond plaats op een idyllische plek in de Voerstreek, net over de Limburgse grens. “Landgoed Altenbroek”, zegt hij zacht. “Je hoort daar de stilte. De mensen komen tot rust, vertragen. En in die rust gebeurt het: dan komen de gesprekken, de inzichten, de vragen. Soms worden er dromen wakker gekust.”

Het is duidelijk: voor Frans Hoeke is het werk nooit routine geworden. “Ik vind mijn baan in deze levensfase de mooiste op aarde. Je mag meelopen in een intens en kwetsbaar proces. Mensen zijn open, gemotiveerd, ontvankelijk. Er gebeuren soms echt kleine wonderen in zo’n week.”

Partners maken het rijker

Een van de elementen die de training extra kracht geven, is de deelname van partners. “Het is echt een verrijking als iemand samen met zijn of haar partner komt. Je leeft straks samen een nieuwe fase in, dan is het goed om ook sámen dat gesprek te voeren.”

Soms, vertelt hij, zijn partners aanvankelijk terughoudend. “Maar wie meegaat, is eigenlijk altijd blij dat hij of zij erbij was. Het opent de communicatie. Je hoort dingen van elkaar die je thuis misschien niet vanzelf zou zeggen.”

En ook wie alleen komt, doet inzichten op. “We maken dan op sommige momenten in de cursus een soort ‘clubje zonder partners’. Maar je ziet ze aantekeningen maken voor thuis. Of met lichte spijt zeggen: dit had ik toch graag samen gedaan.”

Jezelf blijven voeden

Een exact cijfer kan hij niet noemen, maar het kan niet anders dan dat Frans in de loop der jaren duizenden mensen begeleidde bij de overgang naar hun pensioen. “Het is echt een behoorlijke overgang in je leven. Ineens stopt het ritme van het werk. En dan… dan is er zoveel ruimte. Voor sommigen te veel.”

Die ruimte vraagt om richting, en dat is precies waar de trainingen van Stavoor bij helpen. Niet met schema’s of recepten, maar met gesprekken, reflectie en inhoud. “Vroeger draaide het vooral om verhalen delen. Tegenwoordig komt daar veel bij: kennis over voeding, breinontwikkeling, gezondheid, zingeving. De leestafel is voller én inhoudelijker geworden. Er is een grote stroom aan onderzoeken, publicaties en boeken over ouder worden.” En dat vraagt ook wat van de trainers zelf en de eigen professionele ontwikkeling.  Frans: “Je moet jezelf blijven voeden. Met literatuur, met nieuwe inzichten. Maar bovenal met nieuwsgierigheid.”

“Practice what you preach”

Frans Hoeke is geen trainer die iets verkondigt waar hij zelf ver van afstaat. Integendeel. Zijn levensstijl – gezond eten, bewegen, investeren in zijn netwerk – komt overeen met wat hij in zijn cursussen overdraagt. “Practice what you preach. Je geloofwaardigheid hangt ervan af,” stelt hij nuchter.

Ooit stond hij als getalenteerde amateurvoetballer op de drempel van een profcontract. Nu, op zijn 67e, fietst en wandelt hij veel, organiseert hij sporttrainingen en zet hij zich in voor de gemeenschap in Soest. Hij is vrijwilliger bij theaterfestival Vuurol en gaat zich aansluiten bij een lokaal voedselproject dat voor mooie oogsten zorgt. “De mensheid is ecologisch echt over grenzen heen gegaan. Ik wil niet alleen denken, maar doen. Lokale initiatieven steunen, meehelpen. Ik geloof dat het verschil daar begint.”

Wat hij ook meeneemt in zijn eigen nieuwe levensfase: het inzicht om in het moment te leven. “Mindfulness, al noem ik het zelf niet zo snel zo. Maar ik voel het wel. Dat je iets volledig beleeft, niet te ver vooruit rent. Dat leer je vanzelf als je jarenlang mensen hebt begeleid die terugkijken én vooruitkijken tegelijk.”

“Elkaars slijpsteen”

Als experts in vitaal ouder worden en in pensioenvoorbereiding maakt Stavoor een stevige groei door. De lijst van opdrachtgevers groeit en bestaande klanten komen terug. De kracht van mond-tot-mondreclame is groot: deelnemers worden ambassadeurs.

Frans is dan ook zichtbaar trots op ‘zijn’ team en collega’s. “Zoveel bevlogen professionals, ieder met hun eigen accenten en deskundigheden. Iedereen brengt zichzelf en zijn expertises mee. En juist dat maakt het werk zo rijk. We zijn elkaars slijpsteen.”

Ook de gastdocenten maken het verschil. “Of het nu gaat om vitaliteit, voeding, gedragspsychologie – we werken met mensen die het vak verstaan en die echt iets toevoegen.” Expliciet noemt Frans als hij in de achteruitkijkspiegel blikt zijn collega’s van het eerste uur: “Wim Ballemans en Lieneke Akkerman hebben me veel geleerd voor dit vak. Van hen heb ik meegekregen: blijf nieuwsgierig naar jezelf. Dat geef ik nu weer door.”

De kracht van de locatie

Een ander bepalend element van de training is de omgeving. De plek waar het gebeurt. “De locatie is echt een werkvorm op zich. Het moet rust geven, uitnodigen tot reflectie. En het moet gastvrij voelen – alsof je even mag landen.”

Frans werkte jarenlang met vertrouwde plekken, zoals Natuurhotel de Witte Berken  en Erfgoed Bossem. “De mensen op onze cursuslocaties kennen ons, denken mee, zorgen dat het klopt. Dat begint al bij de koffie en de bloemen op tafel. Zo’n plek ademt: je bent welkom. Dat draagt bij aan de veiligheid in de groep. En aan het plezier.”

Groeiend bewustzijn bij werkgevers

Wat Frans opvalt: de stereotype beeldvorming over ouder wordende medewerkers is aan het kantelen. Hij constateert in zijn contacten met bedrijven en organisaties dat aandacht voor 50-plussers en de levensfase na het pensioen meer structurele aandacht krijgt in het HR-beleid. “de Belastingdienst, politie, zorginstellingen, ROC’s – ze investeren in de overgang naar pensioen, of juist in doorwerktrajecten. Het gesprek met 50-plussers is minder taboe geworden. Daar hebben we als Stavoor hard aan getrokken. De kracht van senioriteit wordt steeds meer herkend door werkgevers.”

Geen gebaand pad

Het gesprek waaiert uit en komt bij een ander thema: Frans’ eigen loopbaan. Die ontrolde zich niet via gebaande paden. “Mijn loopbaan liep via het jongerenwerk, sportactiviteiten, trainingen buiten, tot ik uiteindelijk bij Volkshogeschool de Guldenberg en later Stavoor terechtkwam. Ik ben geen type dat van tevoren wist wat hij zou worden. Maar ik herkende onderweg wat bij me paste.”

Dat maakt hem misschien juist zo geschikt voor het begeleiden van mensen die aan een nieuwe levensfase beginnen. “Ik weet hoe het voelt als je nog niet weet wat de volgende stap is. Dat hoeft ook niet meteen. Als je maar blijft bewegen, nieuwsgierig blijft, mensen opzoekt.”

Een nieuwe fase

Wat hij straks gaat missen? Frans somt op. De ontmoetingen. De wandelingen. Het samen lachen aan tafel. “Als ik straks bijvoorbeeld door een museum loop, moet ik daar weer opnieuw verbinding vinden. Dat komt wel, maar ik zal die ontmoetingen meer moeten organiseren.”

Het komende afscheid is voor Frans balanceren tussen een gevoel van weemoed en het verheugen op wat komen gaat. Maar wat overheerst is dankbaarheid.  “Ik stop met een rijk gevoel. Ik mocht meelopen met mensen op een kruispunt in hun leven. En dat is een voorrecht.”

We komen tot een afronding. Wat boven kwam drijven in dit gesprek: Frans Hoeke neemt dan wel afscheid van Stavoor, maar niet van zijn drijfveren. Een constatering waarin hij zich goed kan vinden. Met zijn vrijwilligerswerk, sporttrainingen en ecologische betrokkenheid blijft hij mensen verbinden – en zichzelf ontwikkelen. Met intrinsieke nieuwsgierigheid als zuurstof, zoals hij zijn deelnemers altijd op het hart drukte.

Korte verhalen van ‘doorwerkers’

‘Zolang het me energie geeft, ga ik door’

Corine en Florentine (74) over hun keuze om te blijven werken na de pensioengerechtigde leeftijd

interview door Frans Hoeke, trainer Stavoor Pensioen in Zicht

Voor sommige mensen betekent met pensioen gaan het einde van het werkzame leven. Voor anderen is het juist een nieuw begin — een kans om nog bewuster te kiezen voor wat écht voldoening geeft. Florentine van Vollenhoven en Corine Tiemens zijn allebei 74 en werken nog steeds. Op hun eigen manier en voorwaarden. Niet omdat het moet, maar omdat het hen iets wezenlijks oplevert: energie, zingeving en verbinding.

Corine Tiemens: ‘De beste genezer ben je zelf’
Corine Tiemens werkt nog altijd als fysiotherapeut en reflexzonetherapeut. In haar praktijk behandelt ze cliënten gemiddeld veertien tot achttien uur per week. Daarnaast verzorgt ze één keer per maand een ochtend tijdens de Pensioen in Zicht-cursus van Stavoor, waarin ze deelnemers laat ervaren hoe je lichaam en geest soepeler en bewuster kunt gebruiken. Al meer dan vijftig jaar doet ze dit werk. Maar zeker niet op de automatische piloot. Haar manier van behandelen is met haar meegegroeid. “Door voortschrijdend inzicht durfde ik technieken te combineren en ontstond er iets nieuws. Ik vind het nog steeds geweldig om samen met de cliënt te onderzoeken waar een klacht vandaan komt en wat je eraan kunt doen. De beste genezer ben je uiteindelijk zelf — met wat ingehuurde hulptroepen natuurlijk.” Voor Corine is het geen optie om zomaar te stoppen. “Zolang ik er energie van krijg, fysiek en mentaal nog kan, en er plezier aan beleef, ga ik door. Het contact met mensen, de gesprekken tijdens de behandelingen — dat geeft me inspiratie, zingeving en blijdschap.”

Florentine van Vollenhoven: ‘Ik ben seizoenarbeider naar eigen keuze’
Ook Florentine van Vollenhoven is nog volop actief. Ze geeft trainingen, gastcolleges en begeleidt vastenkuurweken. “In die weken werk ik soms wel zestien uur per dag,” vertelt ze. “Ik ben eigenlijk een soort seizoenarbeider, maar dan op eigen voorwaarden.”

Hoewel ze haar praktijk voor natuurgeneeskunde grotendeels heeft afgestoten, blijft ze zoeken naar manieren om haar kennis en ervaring te delen. “Ik doe alleen nog wat me écht plezier geeft. De 1-op-1-consulten gaven me niet meer voldoende energie. Nu geef ik liever trainingen waar ik iets kan overbrengen vanuit mijn persoonlijke ontwikkeling en levenservaring.”

Florentine merkt dat ze zich vrij voelt om te kiezen — en ook om weer te stoppen. “Misschien stop ik volgend jaar met de vastenkuurweken, die zijn fysiek behoorlijk intensief. Ik krijg binnenkort een nieuwe heup, dus ik laat het nog even open. Maar trainingen en gastcolleges? Die blijf ik voorlopig doen. Veel te leuk!”

Ruimte voor ontwikkeling én verwondering
Beide vrouwen zijn selectiever geworden in wat ze doen, komt naar voren in dit duo-gesprek. Corine is minder uren gaan werken en besteedt nu meer tijd aan beeldhouwen, golf en vrienden. Florentine heeft ‘old school’-opdrachten zoals nascholing weer afgezegd. “Daar voelde ik geen energie meer bij. Maar een nieuwe training ontwikkelen? Ja graag!”

Wat ze ook gemeen hebben: beiden volgen hun vakgebieden nog steeds.  Maar niet meer met de intensiviteit van vroeger. “Ik hoef niet meer van alles op de hoogte te zijn,” zegt Florentine. “Ik volg wat bij mij past.” Ook Corine staat er zo in: “Ik doe de verplichte bijscholing, maar wel op een manier die me voedt in plaats van uitput.” Florentine verwoordt het mooi met een oneliner die op een tegeltje kan. “Groei is a never ending story. Elke dag opnieuw ervaar ik verwondering, over iets kleins of iets groots. Nieuwe inzichten, ook buiten mijn vakgebied, verrijken mijn interactie met anderen en geven verdieping aan mijn werk.”

Vragen aan elkaar
Tijdens het duo-interview stellen Corine en Florentine elkaar een persoonlijke vraag. Corine vraagt: “Als je terugkijkt op je werkend bestaan, is er dan nu iets dat je anders had willen doen, dat invloed zou hebben gehad op hoe je nu in het leven staat?” Over het antwoord hoeft Florentine niet lang na te denken.  “Tot nu toe zit ik in een doorgaande lijn van werken, met ontwikkeling, inspiratie en voortschrijdend inzicht — uitmondend in het nu. Ik ben nieuwsgierig naar wat de toekomst brengt.”

Dan is de beurt aan Florentine. “Laat jij je nog inspireren door nieuwe dingen en mogelijkheden?”, vraag ze aan Corine. Die tovert een glimlach op haar gezicht. “Zeker. Het werk zelf is nog steeds een bron van inspiratie. En het feit dat ik die inspiratie ook weer mag doorgeven — dat is een geschenk.”

Passie kent geen pensioenleeftijd
We komen tot een afronding van het gesprek. Een vast moment van stoppen kennen ze allebei niet, zo blijkt.  “Ik bekijk het per dag,” zegt  Florentine. “Ben ik nog gepassioneerd? Krijg ik er energie van? Word ik er blij van? Dan ga ik door.” Corine denkt er net zo over: “Ik heb nooit echt nagedacht over stoppen of doorwerken. Het is gewoon zo gelopen.”

Wij zijn onderdeel van de LB Groep, een familie van bedrijven