Vitaal Werken en Leven is een merk van Stavoor opleidingen & trainingen
Maand: juli 2024
‘Vertroostingen’, een persoonlijk boek van Dirk de Wachter
Boekbespreking:
Soms gaat alles anders.. dit thema komt vaak terug in onze Pensioen in Zicht-cursussen. Het leven loopt niet altijd zoals je had gehoopt en iedereen wordt vroeg of laat geconfronteerd met verdriet, verlies en ziekte. In ‘Vertroostingen’ neemt Dirk de Wachter, een Belgische psychiater en schrijver, je mee op een reis door het menselijke lijden en de manieren waarop we troost kunnen vinden.
De Wachter staat bekend om zijn reflecties op de maatschappelijke en psychologische vraagstukken van deze tijd. In zijn nieuwste boek ‘Vertroostingen’ verkent hij het belang van verbinding, zin en troost in een wereld die vaak wordt gedomineerd door oppervlakkigheid en het streven naar geluk. De Wachter schreef een boek over wat hem op het dieptepunt troost gaf en waar hij steun aan had. De auteur heeft darmkanker met een slechte prognose.
‘Vertroostingen’ is geen zelfhulpboek, maar eerder een filosofische en psychologische verkenning van hoe mensen met pijn en verdriet omgaan. De Wachter put uit zijn eigen ervaringen, zowel professioneel als persoonlijk, en beschrijft hoe troost kan worden gevonden in eenvoudige, alledaagse momenten. Hij benadrukt de kracht van kleine gebaren en de betekenis die je kunt vinden in menselijke relaties en medemenselijkheid.
De Wachter bespreekt verschillende vormen van troost, zoals je die soms kunt vinden in kunst, natuur, religie en gemeenschap. Hij pleit voor een herwaardering van kwetsbaarheid en authenticiteit, en stelt dat ware troost vaak voortkomt uit het erkennen en delen van onze pijn met anderen.
Een centraal thema in ‘Vertroostingen’ is het idee dat troost vaak wordt gevonden in momenten van oprechte menselijke verbinding. De Wachter bekritiseert de hedendaagse cultuur van oppervlakkig geluk en gepraat en moedigt je aan om dieper te kijken naar de bronnen van hun eigen troost.
Andere belangrijke thema’s zijn de waarde van kwetsbaarheid, het belang van gemeenschap, en de helende kracht van kunst en natuur. De Wachter benadrukt dat troost niet altijd komt in de vorm van oplossingen of antwoorden, maar vaak in het simpele feit dat iemand er is om onze pijn te delen.
Het boek is opgebouwd uit een reeks essays en bespiegelingen, die samen een geheel vormen. De Wachter gebruikt vaak anekdotes en voorbeelden uit zijn eigen leven en praktijk om zijn punten te illustreren, wat het boek levendig en invoelbaar maakt. Dirk de Wachter biedt geen kant-en-klare oplossingen, maar nodigt uit tot reflectie en een herwaardering van wat het betekent om mens te zijn. Het boek is een waardevolle bron voor iedereen die worstelt met verdriet en verlies.
“We willen iedereen verliefd maken op de natuur”
5 vragen aan Margreet Pauwe, hotelier van onze prachtige locatie op de Veluwe; ‘Witte Berken Natuurhotel’
Wat is je naam en achtergrond? Mijn naam is Margreet Paauwe – de Vries, sinds 3 jaar hotelier van Witte Berken Natuurhotel.
Drie gaar geleden verhuisde ons gezin van België naar Nederland om onze droom te realiseren.
We zochten naar een plek in de Oostenrijkse Alpen maar vonden de ideale plek om onze gastvrijheidsvisie te realiseren niet daar, maar hier in Epe.
Wat inspireert je? De natuur is mijn grote inspiratiebron. Onze belofte aan onze gasten is ‘proef en ontdek de natuur’.
Omdat ik geloof dat mensen van alle leeftijden streven naar een vitale levensstijl en hun vrije tijd volgens deze waarden willen doorbrengen, zorg ik ervoor dat mensen ons zien als de plek waar je geïnspireerd, gefaciliteerd en verwend wordt om actief te zijn en te ontspannen in de natuur.
We willen iedereen verliefd maken op de natuur, want waar je van houdt, ga je beter voor zorgen. We serveren seizoensgebonden lokaal geproduceerde gerechten en creëren een aangename omgeving om gelukkige momenten te delen.
We faciliteren unieke ervaringen die het beste in je naar boven halen. We hopen dat gasten zich aan het einde van hun verblijf wat meer verbonden voelen met de natuur, het reisgezelschap en misschien wel met zichzelf 😊
Hoe kijk je naar Vitaliteit (persoonlijk) en op welke wijze geven jullie dit vorm bij Witte Berken Natuurhotel? Tijdens de opstartfase hebben we samen met het team hard gewerkt. Je hebt maar één kans om een eerste indruk te maken en we hebben daarom flink geïnvesteerd en verbouwd om ons concept te realiseren.
Dat harde werken resulteerde in weinig tijd voor onszelf, in een hotelbedrijf is altijd wat te doen. Inmiddels hebben we meer balans gevonden en is er opnieuw meer quality time voor ons als gezin.
Tijd voor mijzelf draagt bij aan vitaliteit. Dit vond ik in een cursus pottenbakken (enkel gedachten bij de klei en ik hou van creëren). Ook ben ik een jaaropleiding tot Shinrin-Yoku (Bosbaden) gids aan het volgen. Echt even tijd voor mijzelf. In alle rust verplaats ik mij al de dag van tevoren om filestress te vermijden en geniet ik alleen van de voorbereiding en herhaling van de opleiding en een heerlijk diner. Een bosbad is een intuïtieve reis in de natuur. Een moment voor jezelf waarbij er door verstilling ruimte ontstaat om naar je intuïtie en je innerlijke wijsheid te luisteren. Ik vind het fijn om mensen te inspireren, laten ervaren hoe rust en vertrouwen gevonden kan worden in het bos. Dit op ieders eigen wijze en tempo om misschien wel (nog) meer van het leven te gaan houden.
Welke rol heeft de natuur voor jezelf en in dit concept? En zie je ook effecten hiervan? We willen iedereen verliefd maken op de natuur, want waar je van houdt, ga je beter voor zorgen.
Binnen onze belofte ‘proef en ontdek de natuur’ maken we bewuste keuzes. We motiveren gasten om actief te zijn en te ontspannen in de natuur.
Te genieten van de natuur met haar prachtige seizoenen, de bosbewoners en de natuurhistorie. Met meer waardering en kennis over de natuur voelen gasten zich ook meer betrokken.
Wat zou je mensen in een levensfase vanaf 55 jaar mee willen geven wanneer het gaat over de thema’s vitaliteit en betekenisgeving? Pluk de dag!
“Wat ik iedereen gun is dat je weet waar je vandaan komt, en waar je nu staat.”
Door: Josee Hoogenboom
“Trots, ik heb er helemaal niets mee”. Met deze uitspraak van Roel starten we het gesprek over het thema van deze nieuwsbrief. Ik heb Roel benaderd voor een interview omdat we hem in een cursus Pensioen in Zicht leerden kennen als een inspirerende man met een stevige footprint die hij heeft achtergelaten in zijn werkzaam leven. Daar zou hij toch zeker wel trots op zijn, dachten we. Het werkzame leven zal voor Roel trouwens nog niet aflopen. Hij blijft nog een tijdje aangehaakt als adviseur watermanagement bij Rijkswaterstaat vanuit een werkpakket rondom beleid, planvorming en beheer van het IJsselmeergebied.
Roel is opgegroeid een West-Friese stolpboerderij in Andijk. Hij was de jongste telg van acht in een groot gezellig gezin. Zijn drijfveer om zich later in te zetten voor de natuur is al in zijn vroege jeugd verankerd. Water, vissen en polder. Achteraf bezien bleek deze ‘blauwgroene lijn’ de rode draad in zijn leven te zijn. “In de tweede klas van de lagere school gaf de juf aan: ‘Teken een landschap.’ Moeiteloos ging ik aan de slag met mijn onderwater landschap en tekende een klein stukje bodem, met daarin wortelende waterplanten. Tussen de waterplanten zaten kleine diertjes en natuurlijk vissen, en nog eens vissen! Aan de horizon waren wat riet en wilgen zichtbaar, met daarboven een zeer smal strookje lucht. Verder tekende ik water, heel veel water. Juf kwam naast me staan, en met een zuinig gezicht zei ze: ‘Dat heb je niet zo slim gedaan Roeltje. Je had beter de horizon wat lager kunnen tekenen met daarboven wat wolkjes, in plaats van al dat water.’ Ik zei: ‘Ja, maar het ging mij juist om het water en de vissen.’ Op mijn volgende rapport stond bij gedrag ‘eigenwijs’. Hoe kon zij weten dat ik veel later bij Rijkswaterstaat aan water, vissen en polders zou gaan werken”. Zijn ouders hebben hem onvoorwaardelijk gesteund in zijn liefde voor water en natuur, hem de ruimte gegeven én de instructie: let op je omgeving, mensen kunnen een ander perspectief op zaken hebben. Roel kan er nog tranen van in zijn ogen krijgen. Dertig jaar later kwam Roel de juf uit klas 2 weer tegen. Op de vraag wat hij nu deed vertelde Roel: ik werk bij Rijkswaterstaat aan water, vissen en polders. Nou, zei de juf, dat zat er al heel vroeg in hè! Je neemt al heel veel mee van (voor)ouders, een deel zit in je genen, je krijgt je opvoeding, het gezin waar je onderdeel van bent, je school, je vrienden, dat is allemaal heel bepalend”.
Roel leest een zelfgeschreven gedicht voor uit zijn levensverhaal:
‘Mijn moeder heette Ali, Ik kom uit een gewoon gereformeerd bestaan. Maar als mijn vader Ali had geheten, las ik nu vast uit de Koran’.
Dat brengt Roel bij de levensfilosofie: “Je denkt dat je allerlei dingen bewust doet maar waarschijnlijk bepaal je zelf heel weinig. Je denkt steeds dat je aan het stuur zit, maar de automatische piloot, je genen, (on)geluk en je omgeving zijn veelal sturend. En mogelijk kun je zelf nog wat bijsturen. Dus waar moet je dan trots op zijn?”.
Hij laat me een boekwerk zien, zijn ‘Levensboek’. Nadat hij zichzelf had losgeweekt van voor hem niet (meer) relevante christelijke overtuigingen kon hij in vrijheid zijn verhaal en levenspad beschrijven. Dat leverde hem vooral inzicht en overzicht in zijn levenslijn op. “De lineaire (blauwgroene) lijn die ik heb kunnen ontdekken geeft me het vertrouwen dat de voor mij belangrijke zaken zich zullen voortzetten in de zogenaamde 3e levensfase (de fase vanaf de pensioengerechtigde leeftijd). Dat geeft me houvast. Toen ik klein was wist ik dat nog niet, maar door, overigens met veel plezier, terug te kijken én mijn levensverhaal op te schrijven ontdekte in mijn koers. Ik gun het mensen om ook met zo’n proces aan de slag te gaan, de kennis te delen en daar weer verder mee te komen. Graag zou ik na mijn pensioen hier samen met anderen mee aan de slag gaan, in een soort ‘Pensioen in Zicht Afterparty’’’.
“Trots: ik heb helemaal niets met trots, ik vind het een vreselijk woord. Het gevoel dat je meer waardevol bent dan de ander, arrogant, eergevoel, eigenwaarde, hoogmoed, pronken, het zit met name in de hoek van ‘kijk mij eens’. Ik geloof daar niet in, ik wil me er verre van houden”.
Toch heeft Roel een definitie van trots kunnen vinden die het dichts bij zijn beleving komt: ‘het gevoel waardoor je wilt laten zien dat je iets goed hebt gedaan of iets moois hebt’. “Je kunt dus ook gewoon blij zijn, weten dat iets goed is, ik heb dat mogen of kunnen doen, ik heb me daarvoor in kunnen zetten. En als het iets moois is kun je dat delen met anderen, meer om je te richten op de ander dan te laten tonen ‘kijk mij eens’. Ik gun het dan een ander ook.”
We vervangen het woord trots nu voor blijheid. Op de vraag waar Roel met blijheid op terug kijkt in zijn leven verwijst hij naar twee eerdere interviews: een interview bij NH nieuws en bij Ongezouten. Daarin staat weergegeven hoe hij samen met anderen tot interessante innovaties in de Koopmanpolder gekomen is. “Wat ik iedereen gun is dat je weet waar je vandaan komt, en waar je nu staat. En zeker als je wat op leeftijd komt kun je terugkijken op je leven en ook snappen waar je waarschijnlijk uit gaat komen. Dat kan richting geven. Dat is iets wat ik zo graag met mensen wil delen: probeer die lijn te vinden en dan te vertrouwen dat je die lijn mag volgen. En dat heeft allemaal niets met trots te maken!”
Roel werkt nog steeds voor Rijkswaterstaat. “Ik mag nog tot volgend jaar december. Ik heb nog zo veel door te geven en zaken waar ik ook verder mee wil. Een van de dingen is dat ik veel met jongeren wil gaan doen”. Met een project ‘Water Challenges’ gaat hij samen met groepen jongeren op zoek naar oplossingen voor uitdagingen die er liggen in het IJsselmeergebied. Ook geeft hij voor diverse groepen lezingen in combinatie met excursies over innovaties en transities in het water- en landschapsbeheer. Hij is actief in het buitenland, en verder ontwikkelt hij nog steeds nieuwe ideeën, voortbordurend op allerlei eerdere ervaringen.
Waar kijk je naar uit de komende jaren? “Naast aandacht voor mijn gezin en gezond blijven wil ik veel blijven lezen en schrijven. En daarnaast zou ik stappen willen zetten om vanuit de ervaringen die ik heb opgedaan te kijken of er veranderingen te maken zijn in het kader van het klimaat en waterbeheer. Als een klein radartje, als onderdeel van een groter geheel wil ik blijven meebewegen om transities te versnellen, zowel in Nederland als in het buitenland. Op maatschappelijk en persoonlijke vlak is er dan zo veel winst te boeken. Ik wil ook vooral dingen delen met mensen om me heen, schrijven, het uitwisselen van ervaringen, inspireren en van elkaar leren. Echt met elkaar in gesprek raken alsof je vrienden bent. Er zit enorm veel potentie in”. Na volgend jaar hoopt Roel een komma te zetten achter zijn werkzame leven. Hoogstwaarschijnlijk zal hij niet achter de geraniums gaan zitten. “Er zijn nog te veel mooie uitdagingen!”
“Trots hoef je niet te verstoppen”
Wat is trots eigenlijk? De Vlaamse filosoof Martha Claeys deed specifiek onderzoek hiernaar en verdiepte zich in de emotie trots. Ook heeft ze een interessante kijk op de relatie tussen trots en ouder worden. Redenen genoeg voor een gesprek.
In 2021 promoveerde Martha op het onderwerp trots. Het boek ‘Trots. De filosofie van een emotie’, voortvloeiend uit haar doctoraatsonderzoek, werd goed ontvangen. In 2024 won Martha met haar publicatie de Socratesbeker voor het meest prikkelende filosofische boek van 2023.
Met haar onderzoek wilde de filosoof de emotie trots doorgronden en de verschillende connotaties die we toekennen aan deze emotie. Haar denkwerk maakt helder dat trots een andere emotie is dan bijvoorbeeld woede, angst of liefde. Ook dat zijn mentale begrippen maar niet zo gelaagd als trots. Trots is vooral een interne aangelegenheid, stelt ze in haar boek waarin ze een lans breekt voor trots. Trots kan tegelijkertijd een verbindende factor zijn en organisaties en groepen die in de knel zitten een maatschappelijke rol laten spelen, zoals bijvoorbeeld de beweging Black Lives Matter. Trots als motor voor sociale bewegingen en emancipatie.
Januskop Vroeger keek Martha heel anders naar trots. Het was haar overtuiging dat trots “een onwenselijke emotie was”. Vanuit die aanname startte ze ook destijds haar promotieonderzoek in 2017. Met als hypothese dat trots irrationeel en zelfs gevaarlijk is. Het kan zorgen voor misplaatste superioriteitsgevoelens naar andere mensen en groepen en voor veel ellende en geweld zorgen. Bij het analytisch ontrafelen merkte Martha dat de vlieger niet op ging. Dat de emotie trots eigenlijk een Januskop heeft. “Toen ik aan het onderzoek begon, had ik een gespleten houding. Mij was altijd geleerd om niet je kop boven het maaiveld uit te steken. Maar ik zag ook dat er positieve trots bestaat.”
Onder de oppervlakte van trots zitten, zo stelt Martha, verschillende ‘bronnen’. In haar onderzoek beschrijft de filosoof er drie: zelfwaardering, zelfrespect en zelfliefde. Zelfwaardering komt voort uit prestaties (persoonlijk of professioneel) en komt onder druk te staan als de prestaties of verdiensten achterblijven. Zelfrespect gaat over jezelf op waarde schatten. Het heeft te maken met hoe je als mens behandeld wilt worden ongeacht wat je presteert of hoe getalenteerd je bent. (“We zijn allemaal mensen.”) Daarom is het ook lastig om je zelfrespect te handhaven als je in de samenleving het gevoel hebt dat je groep er minder toe doet. De belangrijkste bron in de ogen van Martha is zelfliefde. Niet te verwarren met veel voorkomende termen als zelfingenomenheid, arrogantie, ijdelheid en narcisme. Zelfliefde is in Martha’s ogen echte aandacht voor jezelf, jezelf in al je plus- en minpunten accepteren zonder dat je je daardoor mislukt voelt. Zelfliefde betekent niet dat jezelf als middelpunt ziet. Wél dat je je eigen positie bevraagt en je je kwaliteiten in alle eerlijkheid beoordeelt.
We spreken Martha via de telefoon. Eenmaal van wal gestoken valt Martha, verbonden aan het Centrum van Ethiek van de Universiteit Antwerpen, nauwelijks stil.
Trots, zo toont u in uw boek aan, is een veel complexer begrip dan ons alledaags begrip daarvan. “Dat klopt. Trots is een emotie die ik bij mezelf schuwde. Ik wilde eerder bescheiden zijn. Trots leek me vooral iets voor mensen die veel te grote ego’s hebben of mensen die zichzelf graag interessant maken. Tegelijkertijd keek in naar sociale en politieke bewegingen en zag dat daar die emotie een rol leek te spelen. Ik zag dat er door filosofen en ethici nog weinig over geschreven was. Ik dacht: hier is zoveel interessants aan de hand dat het de moeite waard is dit verder te onderzoeken. Wat zijn de verschillende vormen van trots? Hoe vullen mensen het in? Hoe ziet trots er als emotie uit? Wat is daarvoor nodig? Ik ben uitgekomen op de volgende definitie: trots is het besef dat je iets in jezelf waardevol vindt. Ik ben filosoof en wilde weten in welke mate trots iets goeds is en of je dat aan moet moedigen. En in welke mate brengt trots je tot zelfoverschatting en kan dit zorgen voor negatieve gevolgen voor jezelf en je omgeving. In die zin is trots een Januskop-emotie en heeft het twee gezichten. Ik heb ook historisch onderzoek gedaan en daarin zag je ook die Januskop terug komen. Aristoteles zag het als de kroon van alle deugden en die mag je vieren. In het calvinistische Nederland was trots de allergrootste zonde, want je plaatste jezelf boven God en anderen. Eigenlijk gebeurt het niet vaak dat een emotie zo uiteenlopend geëvalueerd wordt.”
Uw stelling is dat trots een emotie is die iets waardevols heeft. “Dat klopt. Gepaste trots heeft te maken met het ervaren van zinvolheid zonder dat je je superieur voelt aan iemand anders of gaat opscheppen. Trots speelt zeker ook een grote rol in de context van werk en loopbaan. Het is belangrijk dat mensen een zinvolheid ervaren in hun baan. Als je baan waardevol is kun je daar ook trots op zijn. Als je die zin van je werk niet zo inziet dan komt er een soort gelatenheid of trekt dat een wissel op je motivatie.”
“Een ander aspect is dat een baan in zekere mate verknoopt kan zijn met je identiteit. Bij de vraag wie je bent speelt de vraag wat je doet een grote rol. Als je je kunt identificeren met je baan is dat ook een soort privilege. Je hebt dan in je loopbaan de keuze gehad iets te doen wat nuttig en waardevol is. Die identificatie is verknoopt met trots. Er zijn ook mensen voor wie een baan een noodzakelijk kwaad is en die zich minder identificeren met die baan.”
Maatschappelijke waardering We spreken door over trots in relatie tot de omgeving. Trots is een zelfbewuste emotie, stelt Martha, die ook samenhangt met de sociale context. “Je hebt de basis-emoties, waarmee je geboren wordt, zoals woede of verdriet. Rond je 3-4 jaar, wanneer je je zelfbewustzijn ontwikkelt en de blik van de ander ontdekt, komen daar zelfbewuste emoties bij, zoals trots en schaamte. Trots hangt heel nauw samen met hoe anderen ons beoordelen. In onze samenleving hebben we denk ik een heel sterk idee van welke banen trots waard zijn en welke banen we waarderen. De beroepsgroep artsen heeft het minder moeilijk om trots te zijn, maar er zijn ook heel belangrijke banen die we maatschappelijk gezien minder waarderen of er zelfs op neerkijken, zoals schoonmakers of kleuterleiders. Beroepen die we een beetje als vanzelfsprekend nemen terwijl ze ontzettend essentieel zijn. Die maatschappelijke waardering kan ook veranderen. Denk maar aan de leerkracht. Vroeger was dat beroep een bron van trots en had het veel aanzien terwijl dat vandaag de dag in ieder geval in België anders ligt, ten onrechte natuurlijk. Wat de maatschappij waardeert is ook medebepalend voor het gevoel van trots wat we ervaren.”
Verbinding trots en motivatie De werkgever speelt daarin een belangrijke rol in, merkt Martha op. “Ik denk dat het psychologisch heel belangrijk is dat medewerkers van hun leidinggevenden voelen dat ze trots mogen zijn op wat ze doen. Er zijn psychologische onderzoeken gedaan naar de verbinding tussen trots en motivatie. Daaruit blijkt dat mensen die trots zijn langer moeilijke taken volhouden. Het is dus voor een werkgever belangrijk om trots aan te wakkeren. Niet als een trucje of een holle managementtool om zo de productiviteit op te jagen. Maar door met medewerkers inhoudelijk het gesprek aan te gaan. Voor wie doen we dit nu eigenlijk? Die kernvraag waar het echt om gaat wordt helaas vaak overschaduwd door bureaucratie, efficiencydenken en deadlines. Als trots iets waardevols is in een werkcontext dan moet het gaan om de inhoud van het werk. Voor echte trots moet je een stapje terug zetten en nadenken over het grote geheel en de betekenis van werk.”
Beleven de verschillende generaties trots op hun eigen manier? “Een interessante vraag. Ik heb er geen sociologisch onderzoek naar gedaan, maar ik zou niet durven stellen dat verschillende generaties meer of minder trots zijn. Maar het gevoel van trots wordt wel anders geuit. Bij oudere generaties speelt het gevoel van beroepseer een grotere rol, je langere tijd in iets bekwamen. Terwijl jongeren meer jobhoppen en hun trots meer behalen uit breed vaardigheden beoefenen. Maar het belang van erkenning vinden is iets van alle generaties. Jong en oud willen zich in een job-context gezien voelen en daar een zekere mate van trots uit kunnen halen.”
Hoe kijkt u naar de relatie tussen trots en ouder worden? “Trots kan zitten in de wijsheid die je hebt als je ouder wordt over het bedrijf en de bedrijfsprocessen. Maar de tegenkant van de medaille is dat als mensen lang in een baan zitten het moeilijk kan zijn om mee te gaan met veranderingen. Dan kan trots je in de weg zitten en wordt het een belemmering. ‘Ik doe het al jaren zo.’ Bij het ouder worden zie je die twee kanten van de medaille. Je moet dus trots van welke kant die ook komt kritisch bekijken. Is het een vorm van trots die mij vooruithelpt en ervoor zorgt dat ik goed kan samenwerken met anderen? Of is het een vorm van trots die mij en anderen vast zet?”
Eerder hadden we het over trots, werk en identiteit. Wat gebeurt er met mensen die met pensioen gaan? “Als je werk wegvalt door pensionering of ontslag kan dat als een schok aanvoelen; een soort rouwproces. Je neemt afscheid van een deel van jezelf. Daarom is het belangrijk voor mensen om buiten hun werk een identiteit te hebben. Naast werknemer ben je ook een persoon in het leven van andere mensen. Er zijn veel meer aspecten van je identiteit dan je baan. Het maakt het minder abrupt als je met pensioen gaat en je meerdere dingen hebt om trots op te zijn. Als jouw baan prominent is in je leven is het belangrijk om andere manieren te zoeken. Daarom zie je veel mensen die na hun pensioen vrijwilligerswerk gaan doen of zich wijden aan bijvoorbeeld de kleinkinderen. Je gaat op zoek naar nieuwe zinvolheid. Heeft iemand mij nog nodig? Kan ik iemand zijn voor iemand anders? Trots kan helpen om je gevoel van zelfrespect te behouden bij het ouder worden.”
Tot slot. U won met uw boek de Socratesprijs. Wat betekent dit voor u? “Ik vind het een mooie erkenning van het feit dat je in de filosofie ook bezig mag zijn met zaken als emoties. In de filosofie werd trots lang gezien als iets dat mensen en groepen de verkeerde kant opstuurde. Ik heb de emotie trots onder het stof uit gehaald. Het is een emotie die veel mensen waardevol vinden en die ook een rol speelt in de emancipatie van achtergestelde groepen. Je mag ruimte innemen en je trots voelen. Trots hoef je niet te verstoppen.”
Wij zijn onderdeel van de LB Groep, een familie van bedrijven
Onze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken. Klik op 'Ik ga akkoord' om toestemming te geven voor het plaatsen van cookies. Lees meer over cookies