Regelmatig krijgen we de vraag of de OR de verkiezingen kan uitstellen. Dat kan niet zomaar. Want het democratisch gedachtengoed van de WOR is een fundamenteel uitgangspunt. Hoe zit dat nou precies?
In het reglement van de OR is de zittingstermijn geregeld. De OR kan dit reglement altijd aanpassen en kan dus ook de zittingstermijn aanpassen. Maar een zittende OR kan met deze aanpassing niet de eigen zittingsduur verlengen. De OR moet zich houden aan de bij het aantreden geldende zittingstermijn en kan dus ook niet zomaar besluiten tot het uitstellen van de verkiezingen. De WOR kent die mogelijkheid immers niet.
De praktijk is natuurlijk grillig en er zijn zeker situaties denkbaar dat het wenselijk, goed en verstandig is om de verkiezingen uit te stellen. Uit de rechtspraak blijkt dat de rechter het een OR wel toestaat om de verkiezingen uit te stellen en daarmee de eigen zittingsduur te verlengen. Dan moet er wel aan de vijf volgende voorwaarden voldaan zijn:
De OR moet daarvoor de in de onderneming werkzame personen tijdig om een verlengd mandaat vragen en moet daarbij uitleggen wat de gegronde reden is om de verkiezingen uit te stellen en te blijven zitten na de reglementaire ‘uiterste houdbaarheidsdatum’. Ook moet duidelijk gemaakt worden wat de duur van het uitstel is. Er moet tevens een reële bezwaarmogelijkheid geboden worden waarbij ook duidelijk gemaakt wordt hoe er met eventuele bezwaren zal worden omgegaan.
Er bestaat altijd het risico dat iemand, bijvoorbeeld getroffen door een voorgenomen besluit, bezwaar maakt tegen de rechtmatigheid van een OR of gewoon specifiek tegen het uitstel van de verkiezingen. Wanneer dit bij de rechter komt en deze oordeelt dat er niet aan de bedoelde 5 voorwaarden wordt voldaan, dan zal de rechter een eventueel uitstel van de OR-verkiezingen naar verwachting niet legitiem achten. Medezeggenschap vormt immers een in de Grondwet gewaarborgd recht, of zoals de kantonrechter Eindhoven het formuleerde in een uitspraak van 7 oktober 2020 in een geschil waarin de betrokken vakorganisaties zich niet in het door de OR van ASML voorgenomen uitstel konden vinden (ECLI:NL:RBOBR:2020:5215): “Het is van zeer groot belang, dat OR-leden niet langer in functie zijn dan de hun door het reglement toegemeten tijd. Enerzijds hebben ze na die tijd geen mandaat meer van hun kiezers, anderzijds houden ze zonder rechtsgrond de kiesgerechtigden af van hun wettelijk recht een nieuwe Ondernemingsraad te kiezen.”
Nee, niet zomaar…het kan bij uitzondering en vraagt om zorgvuldige afwegingen over de gegronde reden en vervolgens om zorgvuldige acties om aan de andere voorwaarden te voldoen. En bezint eer ge begint, want niemand zit te wachten op een niet rechtmatig zittende ondernemingsraad. Dat kan grote gevolgen hebben voor de rechtmatigheid van genomen besluiten.
© Stavoor • Stavoor is onderdeel van de Louwsma Bedrijven Groep • SITEMAP