Nieuws

Duurzame inzetbaarheid: inkijkjes in de praktijk

Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit. Hoe krijgt dit in de praktijk gestalte? We kijken mee over de schouders van hr-adviseur Lieke van Genuchten van het ETZ in Tilburg en van Bernice Bos, adviseur duurzame inzetbaarheid van Hogeschool Windesheim. Rob Pels legt uit waarom hij op zijn 62e nog een nieuwe carrièrestap zette en de supermarktwereld inruilde voor het onderwijs. “Ik ben een tweede leven begonnen. Zo voelt het gewoon.”

Hogeschool Windesheim:

“Luikjes openen bij medewerkers en leidinggevenden”

Lang verhaal kort. Op het gebied van duurzame inzetbaarheid zijn er op Hogeschool Windesheim drie pijlers: professionele ontwikkeling, vitaliteit en loopbaanontwikkeling. Bernice Bos is binnen het P&O-team adviseur duurzame inzetbaarheid en employability. Een inkijkje in hoe Windesheim duurzame inzetbaarheid aan het ‘laden’ is.

Bernice Bos

Eerst dit. In de cao-hbo zijn onder meer afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid. De ongeveer 2200 medewerkers van Windesheim hebben met hun ‘di-uren’ tal van mogelijkheden om te ontdekken wat ze willen of kunnen om hun duurzame inzetbaarheid te versterken. Zo kunnen ze hun ‘hersteltijd’ vergroten als ze ouder worden (bijvoorbeeld door alvast te ‘proeven’ hoe het is om een dag minder te gaan werken) of nieuwe stappen zetten die hun energie geven (bijvoorbeeld zelf als docent op stage gaan in het bedrijfsleven). Bernice: “Waar het om draait is dat medewerkers zelf de regie nemen. Leidinggevenden kunnen dat stimuleren. Medewerkers zijn zelf aan zet om keuzes te maken over hun loopbaan en ontwikkeling.”

Medewerker aan zet
Hoe krijg je in een grote organisatie als Windesheim medewerkers in de stand dat ze zelf meer de ‘lead’ gaan pakken? Niet met grootschalige plannen en projecten die je van bovenaf naar beneden uitstort, zegt Bernice.  Waar ze wel in gelooft: ‘van onderaf’ medewerkers uitdagen om meer out-of the-box te gaan kijken naar hun eigen context, ambities en behoeften. “Mensen hebben soms geen idee wat er allemaal mogelijk is om hun duurzame inzetbaarheid te versterken.”

Ter illustratie gaat Bernice terug naar de studieochtend duurzame inzetbaarheid die onlangs plaatsvond voor een groep van ongeveer 70 ondersteunende medewerkers. Vanwege de corona was deze geheel online. “Eén van de leidinggevenden was de kartrekker van deze studieochtend en vroeg me mee te denken vanuit mijn specialisatie. Ook medewerkers werden betrokken bij het samenstellen van het programma. Ons doel was duurzame inzetbaarheid te gaan ‘laden’ want het is voor sommigen een ‘ver-van-mijn-bed-show’. Het ging om vragen als: Waar krijg je energie van? Wat kost je energie? Hoe heb je hier invloed op? Hoe zie je jezelf over 2 of 3 jaar in de organisatie?  Op deze ochtend konden de deelnemers kiezen uit workshops en trainingen zoals de online training Pensioen in Zicht van Stavoor. Interessant is dat naar aanleiding van deze ochtend medewerkers met hun leidinggevenden of met hun P&O-adviseur in gesprek gaan over hun persoonlijke duurzame inzetbaarheid.”

Sneeuwbaleffect
Dit voorbeeld staat niet op zichzelf, merkt Bernice op. Juist kleinschalige initiatieven kunnen zorgen voor een sneeuwbaleffect en hebben impact om medewerkers op een ander been te zetten. “De ideeën moeten van onderaf komen, vanuit de teams. Duurzame inzetbaarheid is bij ons zeker geen speeltje van HR. Als HR’er faciliteer je, maar sta je langs de zijlijn. Als adviseur duurzame inzetbaarheid probeer ik luikjes te openen bij medewerkers en leidinggevenden. Eén van de deelnemers zei aan het einde van de studieochtend treffend: ‘Duurzame inzetbaarheid is voor mij twee letters: de I en de K. IK dus.’ Deze medewerker begreep dat ze zelf aan het stuur zit wat betreft haar duurzame inzetbaarheid.”  Dat is ook wat Bernice drijft als specialist duurzame inzetbaarheid. “Het is mooi als je meedenkt met een medewerker en er dan een soort lampje bij hem of haar gaat branden. ‘Hé, zo had ik er nog niet naar gekeken’.”

Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis:

“Duurzame inzetbaarheid als gezamenlijke verantwoordelijkheid”

Het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) is een topklinisch opleidingsziekenhuis en traumacentrum. Met drie locaties in Tilburg en Waalwijk is ETZ hét ziekenhuis voor alle inwoners van de regio Midden-Brabant, maar ook (ver) daarbuiten. Hoe zorg je voor energieke en vitale medewerkers die plezier hebben en houden in hun werk? Daarover spreken we met Lieke van Genuchten, adviseur arbeid en gezondheid van het ETZ (ca. 6.000 medewerkers).

Lieke van Genuchten

“In de gezondheidszorg is er veel krapte op de arbeidsmarkt. Het ETZ wil een aantrekkelijke werkgever zijn zodat mensen voor ons kiezen en bij ons blijven als ze hier komen werken. We hebben voldoende medewerkers nodig om de zorg te kunnen blijven leveren. Zeker nu in deze tijd van corona waarin de zorg onder druk staat.  Op allerlei manieren ondersteunen we medewerkers daarom in deze ‘marathon’. Zo bieden we degenen die er behoefte aan hebben mogelijkheden om na het werk of tussen de diensten door zich te ontspannen in speciale ruimten waar ook mogelijkheden zijn om te bewegen of door met collega’s van de cohortafdelingen te gaan wandelen. Of als daar behoefte aan is in gesprek te gaan met een psycholoog.”

‘Schijf van vitaliteit’
Duurzame inzetbaarheid is een containerbegrip. Belangrijke invalshoeken in het ETZ zijn: hoe zorg je ervoor dat medewerkers energie krijgen van hun werk, hun talenten benutten en goed kunnen blijven functioneren?  Voor medewerkers is, zo vertelt Lieke, een breed aanbod beschikbaar op het gebied van vitaliteit, gezondheid en mobiliteit: de ‘schijf van vitaliteit’. Medewerkers kunnen kiezen uit een breed aanbod voor het behouden of vergroten van hun vitaliteit: faciliteiten, diensten en trainingen. Tot die laatste categorie behoren ook de Stavoor-trainingen voor oudere medewerkers ‘Aftellen of meetellen’ en ‘Pensioen in zicht’.

Jobcrafting
Om medewerkers na te laten denken over hun eigen inzetbaarheid organiseert het ETZ ook speciale interne campagnes als de Sterk in je Werk week. Lieke: “We willen medewerkers in alle fases van hun loopbaan prikkelen. Jobcrafting is een mooie vorm om medewerkers zelf aan de slag te laten gaan. Het geeft waardevolle inzichten als je medewerkers laat nadenken waarover ze blij worden in hun werk en waarover minder, welke aanpassingen nodig zijn in hun taken en werkomgeving en welke ontwikkelstappen ze voor zichzelf zien.”

Lieke vervolgt: “We willen als ETZ ervoor zorgen dat medewerkers hun werk op een veilige en gezonde manier kunnen blijven doen. Door bijvoorbeeld trainingen willen we medewerkers bewustere keuzes laten maken in hun werk. Dat geldt voor oudere maar ook voor jongere medewerkers. Ook voor hen geldt immers de vraag: hoe zien jouw komende vijf jaar eruit?”  Op tijd vooruitkijken en wendbaar blijven dus. Lieke geeft aan dat dit een verantwoordelijkheid is van werkgever én werknemer. “Voor leidinggevenden ligt er een rol om het gesprek aan te gaan over de vitaliteit van de medewerker en voor de medewerker om ervoor te zorgen dat hij vitaal blijft.’. Dat is niet altijd makkelijk voor ze. Waar kan ik als leidinggevende naar vragen en waar ligt de grens? Maar we zien wel dat er steeds meer aandacht voor is en dat leidinggevenden hun rol pakken. Dat is belangrijk want zij zijn sleutelpersonen op het gebied van duurzame inzetbaarheid en zien wat er in hun teams gebeurt.”

‘Aan de voorkant’
Tijdig het gesprek aangaan. Op dat gebied is nog progressie te boeken, meent Lieke. “We willen meer aan de ‘voorkant’ gaan zitten. Zo kun je voorkomen dat problemen ontstaan rond vitaliteit, belastbaarheid en gezondheid. Eigenlijk begint de aandacht voor duurzame inzetbaarheid en voor loopbaanontwikkeling al zodra een nieuwe medewerker in huis komt.”

De overstap van Rob Pels

Na een decennialange loopbaan in de supermarktwereld koos Rob Pels op zijn 62e voor een ander beroep. Waarom? En hoe heeft hij deze overstap ervaren?

Zelf beslissingen nemen over je loopbaan en kiezen voor een baan waarin je nieuw werkgeluk vindt. Het verhaal van Rob laat zien dat het kan. Als docent werkt hij nu twee jaar bij MBO Hilversum (onderdeel van ROC Amsterdam).  “Ik ben een tweede leven begonnen. Zo voelt het gewoon. Ik heb een schitterende tijd gehad en heb carrière gemaakt in de supermarkt. Op een gegeven moment werd ik manager bij een supermarkt met meer dan 200 mensen. Het was ook keihard buffelen en ik maakte lange dagen. De kans kwam voorbij om docent te worden, en dat in mijn eigen woonplaats. Dit werkt past bij mij: werken met jongeren en ook jezelf blijven ontwikkelen.”

Kriebelen
Dat Rob in het onderwijs terecht kwam is zeker niet toevallig. In zijn tijd in de supermarktwereld proefde hij reeds aan het docentschap en verzorgde hij in de avonduren opleidingen voor OVD, het opleidingsinstituut voor de detailhandel. “Het begon meer en meer te kriebelen; het werken met jongeren ging ik steeds interessanter vinden. Ik wilde ook voorkomen dat ik op een gegeven moment om zou vallen. Supermarktmanager is een zwaar vak. Zeker als je ouder wordt zie je dat veel mensen in deze functie het niet meer trekken. Bovendien kon ik me het financieel permitteren een stapje terug te doen. Maar dat is deze nieuwe werkomgeving zeker waard.”

Vertrouwen geven
Als docent handel werkt Rob onder meer voor anderstalige jongeren in de entree opleiding (mbo-1 niveau), de zogeheten NT2-klassen. “Ik begeleid ze bijvoorbeeld naar stages waar ze beroepsvaardigheden kunnen opdoen. Het is mooi als je op stagebezoek komt en dat je ziet dat iemand successen boekt. De klassen die ik begeleid vallen onder de kwetsbare doelgroepen en daarom gaat ook in deze lockdown het fysieke onderwijs gelukkig door.”

Vitaal blijven
Het pensioen van Rob komt langzaam maar zeker in zicht.  In mei zou hij officieel met pensioen gaan, maar hij heeft besloten door te gaan. “Ik zie dit nog steeds als een nieuwe baan en kan hier nog zoveel leren en doorgroeien. Zo heb ik de opleiding voor LC-docent gedaan. Die kennis wil ik nog gaan gebruiken.”

Bij Stavoor volgde Rob in december de online-Stavoortraining ‘De kunst van vitaal blijven voor 50-plussers’. “Ik heb veel nuttig tips gekregen, zoals ‘blijf jezelf de ‘waarom-vraag’ stellen. Daarnaast was het fijn om te horen hoe collega’s die op andere locaties werken erin zitten. Het was helemaal online maar dat was geen probleem. Zeker ook door de goede wisselwerking tussen de twee trainers.”

Hoe werkt Rob aan zijn eigen vitaliteit?  Het blijkt een cocktail van verschillende ingrediënten. “Op de eerste plaats heb ik het geluk van een goede gezondheid. In het voorjaar had ik een milde vorm van corona maar ik heb er geen klachten aan over gehouden. Thuis eten we gezond, veel biologisch en vlees met mate. Ik beweeg ook veel en doe onder meer aan tennis. Wat ook verder helpt denk ik is een stabiele thuissituatie en kinderen die goed terecht zijn gekomen.”

Energie overbrengen
Het nieuwe hoofdstuk dat Rob op MBO Hilversum heeft opengeslagen, krijgt zoals eerder belicht een vervolg. “Ik wil nog zeker een schooljaar doorgaan. Wel ga ik dan een dag minder in de week werken, mede omdat mijn vrouw helemaal stopt. Dit is gewoon werk dat me erg goed ligt. Ik kan mijn energie overbrengen naar deze jongeren en dat is wederzijds. Het klinkt misschien wat zwaar, maar ik denk ik dat ik voor deze jongeren een soort vaderfiguur ben. Ik geef ze veel vertrouwen en help ze met het maken van beslissingen.”

Juist in coronatijd is het zaak om vitaliteit hoog op de agenda te houden.
LEKKER BEZIG! helpt je een handje.
Klik op de afbeelding en je krijgt een kleurig boeket aan vitale tips en trucs voorgeschoteld.

Veel plezier!

(Tip: als je de pdf in Acrobat opent werkt het optimaal)


Ben je op zoek naar goede instrumenten om met duurzame inzetbaarheid en vitaliteit aan de slag te gaan in je organisatie?